Ineens zag ik de oproep voorbijschieten: ‘eerlijk over het moederschap’ – Linda.nl zoekt personen die willen vertellen over het moederschap.
Gut ja, hoe het er precies stond, weet ik niet meer, maar de post greep mijn aandacht. Zal ik? Mwa, waarom? Nou en, zal ik?
Intuïtief opende ik Gmail en begon ik te tikken. Over mijn moeder, over mijn dochter, over mezelf, struggles, mooie dingen, diepe dalen, lichtpuntjes, wat een rotjaar 2020 was geweest, hoe mijn moeder was overleden en ik daarna zelf moeder ben geworden.
Zonder er al teveel over na te denken, zocht ik het emailadres van de redactie op en verzond mijn email.
Ik liet het los
Op 11 maart verzond ik mijn email. Volgens mij gingen we erna naar Berlijn en ik stond er gewoon niet meer bij stil dat ik Linda.nl had gemaild met mijn verhaal. Zoals ze het in de wereld van manifestaties zouden zeggen ‘ik liet het los.’ Heb ik nooit bij nagedacht tot nu, tot vanmorgen – tot het artikel vandaag rond 10.30 uur online staat op Linda.nl
Bij terugkomst uit Berlijn, dacht ik ineens aan mijn verzonden bericht. Hm, nog niks gehoord? Ze zullen wel overladen zijn met berichtjes, veel vrouwen zullen een verhaal hebben over het moederschap.
Op 25 maart was daar ineens een antwoord van de redactrice. ‘Sorry voor het lange wachten, ze moest door een berg berichten heen kammen, maar wilde mij graag bellen om meer te horen.’ Ze had veel verhalen gelezen, maar stond van de mijne wel te kijken. Zonder nu populair te gaan (te) lopen (te) doen (Schiedams bloed!) sprong mijn verhaal eruit. Haha, dat zou precies zijn wat mijn moeder zou zeggen: ‘zorg dat jij eruit springt’.
Ik bedoel: het is allemaal gebeurd, het was allemaal klote, maar als ik anderen kan inspireren met dit verhaal. Met mijn verhaal. Dat zou mooi zijn. Een zin die nu in me opkomt is de welbekende dooddoener na een situatie als de mijne: ‘what doesn’t kill you makes you stronger.’ In andere gevallen, in andere situaties vind ik ‘m heel prima, maar bij daadwerkelijk overlijden moet je deze niet in de mond nemen.
Waarover je niet praat, pot zich op
Afijn, op 31 maart ben ik telefonisch geïnterviewd en sinds die dag ben ik benieuwd wat er deze ochtend online komt te staan. Zij die mij kennen weten dat ik een vrij open boek ben. Ik ben een makkelijke prater. Niet over de small stuff, daar heb ik een hekel aan. Dat kan ik even, maar dan loop ik leeg. Gaat het over zware onderwerpen, dan vind ik dat we daarover moeten praten. Ook als je moeder uiteindelijk genekt wordt door de grote C (ik tik het zo, omdat ik geen rare info-bulletins wil over het virus), nadat ze al 2x kanker en meer heeft overleefd.
‘Hopelijk heb je dan steun aan, en een goede band met je vader.’ Ja, niet echt, hij is er ook sinds 2014 niet meer. O ja, en ik ben in het jaar dat mama overleed, ook nog moeder geworden. Dat zeg ik natuurlijk nooit zo in één adem, maar het is wel part of my story en je story, je verhaal moet je niet verdringen. Daar komt ellende van, dus heb ik het er liever over.
Ik heb mensen in mijn in-directe omgeving die daar niet tegen kunnen en die vinden dat ik aandacht zoek. Hebben ze me ook meermaals duidelijk laten weten. Hoewel zij geen rol spelen in mijn leven ‘waren’ ze er wel even na mijn interview. Ik voelde me een imposter: wat wilde ik er nu mee bereiken om dit verhaal uit de doeken te doen? Moet ik interessant doen? Ben ik er trots op ofzo, maak ik nu gebruik van dit verhaal om me te laten ‘publiceren?`
Daar kwam mijn innerlijke criticus
Mijn innerlijke criticus was er als de kippen (hoor mijn moeder als Brabantse nu: ‘kieeeeeeep, kiep, kiep, kiep’ tetteren) bij. Ik stuurde ook direct een voice message naar wat vriendinnen met een tekst in de trant van: jeetje, moet je horen, dit en dit heb ik net gedaan en hoewel ik erachter sta, voel ik me even een aandachttrekker.
Terwijl dat nergens op slaat, maar ik heb altijd van huis uit meegekregen dat je, je ‘vuile was’ niet buiten hangt. Persoonlijk heb ik ervaren dat ergens over praten, helpt. Het lucht op, je ventileert en krijgt soms nog wijze woorden terug ook. Personen vinden die willen luisteren en daarna niets terug verwachten is het moeilijke onderdeel. Ik heb ze gelukkig om me heen, maar ik heb ze ook verloren. Na rouw speel je geen quid pro quo (ik kon het niet laten om Hopkins erin te gooien – Silence of the Lambs, 1991), het is niet ‘ik heb jou bijgestaan en nu verwacht ik XYZ van jou’.
Nee, die verwachting moet je loslaten.
Verwacht niets van iemand in rouw
Iemand in rouw, althans veel mensen, zijn nog een hele tijd irrationeel. Je zit zo in je eigen wereld, je eigen wereld die het ineens zonder iemand moet doen. Daar moet je, je weg in vinden and that’s f*cking hard. Dan kun je er andermans energieën en situaties even niet bij hebben. In rouw voelt een activiteit, of dat nu dweilen is of de administratie, alsof je er een dag op hebt zitten. Dan is je energie gewoon weg.
Het hielp mij om nuttig en actief te blijven, maar het heeft me ook genekt. Als ik twee dingen anders had kunnen doen na het verliezen van mijn moeder? Hulp vragen (en aannemen) en mijn grenzen aangeven. Teveel mensen hebben op het randje van mijn grenzen staan dansen, of zijn er zo pats-boem overheen gedenderd. En ik? Ik zei niets, want ik had het idee dat ik mensen nodig had om de periode te overleven. Nu weet ik beter. JA, je hebt mensen nodig, maar geen personen die je (willen, proberen te) overrulen met hun eigen issues die ze op jou projecteren.
Bij rouw is gevoel nodig, emotie, een kop thee of een glas wijn en een luisterend oor. Het belangrijkste, voor jou en de persoon in rouw, is dat je er niets tegenover zet. Of je zogenaamd verzamelde credit te pas en te onpas wil innen bij degene. En dan ook nog boos wordt als degene aangeeft geen ruimte voor je te hebben. Het heeft niets met jou persoonlijks te maken.
Helpen bij rouw is eigenlijk simpel
Rouw is zo’n kuil, zo’n diep dal. Vooral als je ouders of één van je ouders overlijden. Je basis valt weg. Je makers, je creators, degene die jou alles hebben bijgebracht (the good, the bad and the ugly) zijn er niet meer – en ze komen ook niet meer terug.
Ga er maar aanstaan. Helemaal als je zelf moeder wordt.
Och, wat heb ik het veel gehoord: ja Sas, focus je op dat baby’tje in je buik, ze heeft je nodig. Voor haar moet je sterk zijn.
Mijn reactie destijds: ja ik weet het, ik probeer het. En dan de klapper: je moeder had het zo gewild. Dan hield ik mijn adem weer in, voelde woede, wilde schreeuwen dat ze hun mond moesten houden en ze geen idee hadden wat ik voelde, maar ik zei niks, knikte en werd thuis kwaad. Ik hield zoveel rekening met alles en iedereen. ‘Oh, val ik mensen niet lastig’ – ‘Oh, mag ik ze dat wel vragen.’
‘Ach ja, ze weten niet wat ze zeggen, laat maar.’
Na alle shit en mezelf weer wat terug krijgende (dit gebeurde in april 2020, ik schrijf dit in mei 2022) had ik anders gereageerd. Na wat ik nu weet, had ik van me afgebeten, niet meer over me heen laten lopen, omdat ik bang ben voor reacties. Ik had mensen op vriendelijke, doch duidelijke wijze gezegd dat ze met hun gedrag, en goedbedoeld geklets aan het verkeerde adres waren.
Meer aandacht voor mentale gezondheid
Zeg gewoon niets. Mooi dat ik deze drie woorden nu juist schrijf, want tegen de redactrice van Linda.nl zei ik het tegenovergestelde. En daar sta ik ook vierkant achter. Over rouw mag veel meer worden gesproken. Als rouw een meer bespreekbaar (is dat een woord?) onderwerp zou zijn, zouden er ook niet zoveel zelfbenoemde rouwcoaches rondlopen die veel geld vragen voor trajecten waarvan je later denkt: wat heb ik hiervan geleerd, was het dit waard?
Net als aardrijkskunde en wiskunde op school, zou hier ook een module over moeten bestaan. Hoe ga je met dingen om in het leven, wat doe je als één van je ouders ziek wordt, als jij teveel verantwoordelijkheid draagt binnen je gezin, of hoe om te gaan met rouw. Er zou meer aandacht moeten komen voor je ‘mentale zijn’ op school, en op werk.
Hoe er zo’n taboe op gevoelige zaken is komen te liggen, is me een raadsel. Nou ja, oke, kijk ik naar de tijd van mijn ouders (geboren in 1944 en 1947) dan snap ik het.
Maar dat er nu, in 2022, nog steeds zo’n taboe op emoties, rouw, de dood, (bijna) moederschap, (vormen van) sex en ga zo maar door ligt, dat kan toch anders!