Terwijl ik het schrijf, voel ik me al schuldig: mijn dubbele gevoel bij mijn schoonouders, nu mijn ouders er niet meer zijn.
Constante neiging om me te moeten verdedigen
There, I said it. Direct voel ik de enorme neiging om me te verdedigen, om me te moeten verantwoorden. Het is allemaal zo tegenstrijdig. Je mag je schoonouders toch niet benadelen, omdat je eigen ouders er niet meer zijn! Foei Sascia, ze zijn zo goed voor je, die mensen.
Ik weet het, ik hoef maar een kick te geven en ze staan klaar met wat we ook maar nodig hebben. Dat stonden ze al 24/7, maar nu we onze baby verwachten, worden ze kriebelig als ze een paar dagen niks horen (net als mijn moeder). Met alles willen ze helpen, want nu wonen we een stad verderop en kunnen ze helpen. Dat ging niet toen we in Berlijn woonden.
Familie über alles
Mijn schoonouders zijn hele lieve, warme mensen voor wie familie voor alles gaat. Ze hebben twee zoons: mijn vriend en zijn oudere broer. Mijn ‘zwager’ heeft al sinds mensenheugenis verkering met mijn ‘schoonzus’, ze zijn al 100 jaar samen, getrouwd toen ze 22 waren en nu hebben ze twee dochters van 8 en 2. Zijn broer werkt al zijn hele leven als hovenier voor de gemeente, zijn schoonzus voor een laundry service in de stad waar ze wonen. Lekker stabiel dus allemaal, geen haar op hun hoofd die eraan denkt ooit Spanje te verlaten. Omdat je hier niks, noppes, nada ter support voor kindjes krijgt, is het een uitkomst dat opa en oma vaak op kunnen passen.
Geen support in Spanje
Toch even een kleine note mbt kinderen: hier in Spanje wordt dus niks vergoedt. Ik, die nooit op of om heeft gekeken naar termen als kinderbijslag of kinderopvangtoeslag (weet ik hoe het heet?), kreeg een kleine attack toen ik hoorde dat Spanje, kersverse ouders nergens in steunt. Kraamzorg kennen ze ook niet, ‘want daarvoor heb je toch familie en vrienden.’
Nou, lieve overheid, zal ik je eens wat vertellen: ik heb geen familie. Althans, mijn ouders zijn er niet meer om te helpen en met mijn directe familie heb ik geen contact. Dus ik vond het behoorlijk kwetsend en Spanje stond met 0-5 achter.
Toen wij erachter kwamen dat ik zwanger was, was mijn vader al 5,5 jaar niet meer onder ons en was mama aan het ziekenhuishoppen, dus mij stootte het flink tegen de boezem dat ‘verwacht werd dat familie er voor ons zou zijn.’
Weet je wat leuk is? Aapjes in de dierentuin!
Enfin: direct wist ik dat mijn vriend zijn ouders alles zouden laten vallen voor hun nieuwe kleindochter. To the moon and back, gaan ze – en hoewel ik daar echt wel dankbaar voor ben (zie je, ik voel meteen weer dat ik me moet verdedigen), is het niet hetzelfde als dat mijn eigen ouders er geweest zouden zijn.
Haha, mijn vader was er eentje die zijn opmerking klaar had als het bij hem thuis vroeger over kindjes ging. Naar het schijnt zat mijn oma Billa nogal op een hete kool rondom het onderwerp en zei dan: gut het is toch zo leuk he, kindjes krijgen. Waarop papa schijnbaar heeft gezegd: weet je wat leuk is? Aapjes in de dierentuin! Een kind is niet ‘leuk’ of een overnight decision. Hoewel, als je kijkt hoeveel idioten kinderen hebben, blijken die nergens bij nagedacht te hebben.
Die laatste uitspraak is van mij, niet van mijn vader.
Levendige herinneringen
Bij mij thuis heb ik nooit de druk gevoeld op het gebied van trouwen en kinderen. Wel op het hebben van een partner, vooral van mijn moeder. Dat stoorde me altijd enorm en daar heb ik ook best een complex van opgelopen, denk ik. Uiteindelijk is het ‘goed gekomen’ en ben ik (bijna) 3 jaar samen met de liefde van mijn leven, wonen we samen en verwachten we volgende maand (omg volgende maand!) onze lieve, kleine Laia. Als mijn vader zijn kleindochter toch eens had kunnen zien…
Van mijn moeder kan ik helemaal voor me zien hoe ze onze dochter vast zou houden, ik zie haar gezichtsuitdrukking zo voor me en hoe ze tegen Laia zou praten. In de herinnering van mijn vader heb ik dat minder.
Wat dat betreft vind ik het echt een hele zegen dat mijn vriend zijn hele familie (min zijn oom) nog heeft. Oma en opa van beiden (!) kanten, en zijn ouders zijn relatief gezond. Hij zegt wel eens tegen me hoe oneerlijk hij het vindt: hij die iedereen nog heeft, en ik die het zonder ouders moet doen. Hij kan het juiste woord er niet voor vinden, ik ook niet, maar ik snap hem en hij snapt mij.
Zijn ouders en hoe ik de mijne mis
Het is ook hartstikke oneerlijk en ik kan me er ook helemaal in vastbijten. Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik echt wel direct een steek voel als zijn ouders willen komen, iets voor de kleine hebben gekocht, of willen helpen met iets. Ze hebben al aangeboden om mee te betalen aan de kinderkamer, en meteen denk ik aan mama op de dag voordat ze stierf: Sas, laat me weten wat je graag wilt hebben voor jullie kindje. Dan krijg je dat van mij. Ook al zaten we lang niet altijd op één lijn: babyshoppen, net als trouwjurk shoppen, had ik met mijn moeder willen doen.
Ik mis de verhalen over haar zwangerschap van mij, over hoe zij zich voelde, waar zij doorheen ging, hoe mijn geboorte ging. Vragen kan ik het niet meer en er is ook niemand die het me kan vertellen. Dat doet pijn. Dat voelt klote en oneerlijk en ik voel dan de neiging om me terug te trekken en niemand bij me te laten ofzo? Als mijn moeder er niet bij kan zijn, dan maar met zijn drietjes.
Tegenstrijdigheden
Daar denk ik nu al (33 weken) over na: wil ik mijn schoonouders wel thuis hebben na de bevalling? Ze gaan er uiteindelijk zijn om voor Luci te zorgen en om ons te steunen, en dat ik ga ik alleen maar heel hard waarderen omdat we het nodig gaan hebben. Tegelijkertijd voel ik enorme weerstand: nee mijn moeder is er niet, mijn dierbaren kunnen niet komen vanwege Corona, dan hoeft mijn schoonfamilie plus kindjes met grijpgrage handjes om ons kindje vast te houden er ook niet bij!
En direct voel ik me weer egoïstisch en schuldig!
Met die gedachte en theorie doe ik niet alleen mijn schoonfamilie tekort, maar voornamelijk, denk ik, ook mezelf.
Zo voel ik hetzelfde bij, veel minder beladen dingen, als een familie lunch. De vorige keer barstte ik in tranen uit, omdat ik aan mama moest denken. Ik keek naar ingelijste foto’s die allemaal gemaakt zijn toen mijn moeder nog leefde. Schoonmama vroeg direct of ze de lijst van de muur moest halen, waarop mijn antwoord was: nee hoor, ik moet er toch doorheen.
Groot verschil in warmte
Het sterke is: ik heb bij mijn schoonouders, ondanks de taalbarriere, altijd veel meer warmte gevoeld dan bij mijn eigen ouders. Daardoor ging ik destijds ook anders kijken naar mijn eigen moeder, hoewel je mijn moeder en MJ (mijn schoonmoeder) niet met elkaar kan vergelijken. Mama kon er niets aan doen dat ze emotioneel zo klem zat, maar ik nam het haar wel kwalijk. Waarom kon MJ zo warm zijn, en me zo troosten en deed mijn eigen moeder dat niet? Daar snapte ik niks van.
In their defense: ik spreek geen vloeiend Spaans, dus het is ook meer lichaamstaal dan echte, klare woorden. Het meeste versta en begrijp ik wel, maar het zijn natuurlijk nooit lekker lopende gesprekken zoals ik die in het Nederlands, Engels of Duits zou voeren. Dus dan praat je meer met knuffels, een hand op iemands hand of een wrijf over de schouder. Maar goed, nu heerst er weer Corona, dus knuffelen is er niet meer bij.
Kalm aan
Nooit ben ik er echt dol op geweest om af te reizen naar mijn vriend zijn geboortestad, want het kost me gewoon heel veel energie om de hele tijd Spaans te horen, en een beetje te spreken. Met zijn ouders gaat het nu steeds beter, maar toch krijg ik steeds een bal anxiety in mijn keel als we erheen gaan. Hoewel de gezelligheid dan weer geen tijd kent als we er zijn. Dan denk ik altijd: waar maak ik me toch druk om?
Eerst had het met mijn eigen gevoel van ‘ik ben niet goed genoeg, want ik kom niet mee in de conversatie’. Nu wordt het versterkt door de herinneringen aan mijn moeder, mijn gierende hormonen en ons levendige meisje in mijn buik. Jahaaa, ik weet dat er veel van haar gehouden gaat worden. Schoonpapa heeft het er nu al over dat hij ‘de meisjes’ een week bij hen thuis wil hebben om weet ik waar allemaal heen te gaan. Als Laia er eenmaal is, zullen we dat vast heerlijk vinden, maar nu denk ik vooral: hold your horses!
Je eigen kinderen vs. kleinkinderen
Ik zie hoe ze Sergio’s nichtjes verwennen en alles maar heen laten doen, en daar krijg ik ook jeuk van. Het schijnt grootouders’ eigen te zijn: wij hoeven ze niet op te voeden, dus bij ons mogen ze alles doen, eten, drinken, weet ik het. Ik zie hoe geïrriteerd mijn zwanger ervan raakt als hij ‘nee’ zegt en opa dan alsnog zegt: ach dat mag hoor, kind. Ja, daarmee moeten ze bij mij ook niet aankomen. Dan zie ik indirect mezelf met mijn eigen moeder. Mijn moeder met haar kleinkind, die zou ook doen alsof ze me niet hoort, want hallo: ze heeft een kleinkind en die mag alles.
Het voelde als een steek, toen mijn schoonmoeder al een pakje had gekocht voor ons meisje, terwijl wij nog niks hadden. Wij zaten destijds in de aftermath van mijn moeders overlijden en hadden geen focus. Achteraf gezien voelde ik me schuldig dat IK, haar moeder, nog niets had gekocht en oma al wel. Ze willen ons helpen met de kinderkamer, hebben ons geholpen met het nieuwe appartement zo instapklaar mogelijk maken en dozen uitpakken. Iets wat mijn moeder niet had gedaan, want daar had ze de kracht niet voor.
xx
Dat is het ook: de lieve daden, bereidheid en inzet van mijn schoonouders herinneren me er dubbel en dwars aan dat ik dat nooit meer krijg met mijn eigen ouders. Dat doet zo ontzettend veel pijn en als reactie daarop duw ik mensen in eerste instantie weg. Het helpt me dan ook zeker niet dat ik me bovenop deze pijn en het verdriet ook nog schuldig en egoïstisch voel naar mijn vriend toe.
Zijn ouders zijn er wel, zij willen er zijn, zij willen helpen. Door mijn verzet komen mijn ouders niet terug, en creëer ik geen betere sfeer hier. Maar hallo, ga er maar aanstaan: papa overleden, Corona, mama ziek, zwanger, mama overleden – ga dan maar eens ‘normaal’ door met je leven zonder alle bijkomende emoties.
Ik herinner mezelf eraan dat alles stukje bij beetje slijt, het over een jaar vast anders is en hey, gelukkig kan ik erover schrijven.